Niets is voor altijd

Morgen ben ik vijf weken op Posmorto. Ik ben blij. Met de mensen, de dieren, de rotsen die altijd gloeien. De grote hoeveelheid boterhammen met chocopasta. Het geritsel van de rivier en de krekels, en de geur van kamperfoelie en dennennaalden. Ik ben veranderd sinds ik hier ben. Mijn kortgeschoren haar is lang genoeg om te zien op welke zijde ik heb geslapen. Mijn onderarmen zijn bruin, en mijn bovenarmen zijn wit. En dat is alleen nog maar de buitenkant.

We bouwden een deel van het schapenhek met mimosa, een houtsoort die zal rotten zodra het veel gaat regenen. Maar dat geeft niet: de rivier zal in de herfst en winter zoveel meters stijgen dat het hek sowieso meegesleurd zal worden door de stroming als het niet wordt afgebroken. De rotsen en stranden waar we nu op zitten zullen volledig onderlopen, en het is altijd de vraag wat tevoorschijn zal komen zodra het water weer zakt.

De schapen hadden een goede tijd op de weide. Elke dag keek ik hoe ze aten, rustten en rondwandelden. Ze leken voor mijn ogen te groeien, en ik merkte dat ik soms dacht aan hoe groot ze zouden zijn, mocht ik terugkeren naar Posmorto. Totdat ik Pirouetje versuft en kwijlend aantrof op het pad. Nog geen vierentwintig uur later was ze overleden. Parasieten hebben zich een weg door haar heen gegeten. Komende zaterdag komt er een nieuw schaap.

Ruim een week was G. met vrienden naar een festival. Ik bleef op Posmorto met A. en kleine J. We kregen de griep, en de dagen werden zo stil dat de krekels me soms onnodig luid leken. Het voelde alsof het voor altijd zo stil zou blijven, alsof dit gebrek aan geluid en de eindeloze ruimte mijn nieuwe nulstand zou worden. Een week later zaten we met acht man aan de tafel. Vrienden, vrienden van vrienden, eten en muziek. En nu er mensen zijn vertrokken, voelt de stilte en de ruimte die ze achterlaten vreemd. Stilte is tijdelijk, en geluid ook. Je kunt wennen aan beide.

De maan, soms een dun nauwelijks waarneembaar schilletje in de hemel, wordt langzaam dik en rond, en krimpt dan weer. Ik vind overal relikwieën van leven: losse schaartjes van rivierkreeften, verdronken motten, de gedroogde huiden van vervelde reptielen en insecten. De grond van het bos is bezaaid met zaden, nieuwe bomen, dode bladeren. Fruit groeit aan de bomen en als dieren/wij het niet opeten zal het vallen, openbarsten en rotten terwijl de insecten feesten in het verkleurde zachte vruchtvlees.

Verschijnen en verdwijnen. Eten en gegeten worden. Vollopen en leegvloeien. Het ene geruisloos inruilen voor het andere. Zonder drama, zonder oordeel, zonder te breken omdat je weet dat voor het ene dat vertrekt altijd iets anders terugkomt.

Mijn telefoon vult zich met reserveringen. Flixbussen naar Madrid, naar Lyon, naar Turijn. Een treinticket van Innsbruck naar Wenen. Ook ik ben hier tijdelijk. Ik weet dat ik kan terugkomen, en ik weet ook dat dingen dan anders en hetzelfde zullen zijn. Ik weet dat dat tijd erosie veroorzaakt zoals de rivier stenen doet slijten. Dat er nieuwe dingen zullen opkomen en weer afsterven. Het is altijd de vraag wat door de seizoenen heen overeind blijft.

Eén gedachte over “Niets is voor altijd”

  1. Goh , wat een poeties schrijven lees ik , je schrijven is vol rust en aandacht voor Alles om je heen en in jezelf. Het is waar dat de natuur ons tot Onezelf doet thuis komen , heel mooi om dat in deze poesie te herkennen. Prachtig ! .. Ja …Niets is voor Altijd .. Vergankelijkheid
    Jammer van Pirouetje, volgende keer op tijd de schaapjes ontwormen. Dan kan het schaapje leven en de parasieten sterven . Lieve mens
    🦋.Tot de volgende keer 🦋Annelise

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *