Wiener Wiedersehen 

Het is kwart voor tien ‘s avonds op een woensdagavond en vriendin W. en ik kopen kaartjes voor een achtbaan. Het thema van de achtbaan is ‘boerderij’. Bij de wachtrij staat een robotpaard in tuinbroek die een grote stapel rubberen banden tilt. Het paard beweegt mechanisch en blikkerig, zoals alles in pretpark Prater. Na het ritje kopen we een zakje Jelly Beans. 

Zeven dagen ervoor vierde ik mijn 30e verjaardag in Innsbruck en zes dagen geleden checkte ik in bij Social Hub Wenen. Het hotel leek verdacht veel op het hoofdkantoor van Google. 

Vriendenkoppel A. en B. namen me mee uit eten voor mijn verjaardag. De volgende dag troffen we de rest van de groep bij een zwembad op een heuveltop. We aten patat en dronken wijn. Het begon te onweren. De Uber-chauffeur draaide op eigen initiatief Gangsters Paradise en op ons verzoek Disko Partizani. We dansten in een verrookte bar met interieur van bordeauxrood fluweel. 

Op 26 augustus bereikte ik mijn stip op de horizon. Vriendin W. draaide een volmaakte set in het Badeschiff en wij dansten om haar booth als een stel groupies. Haar set eindigde met een remix van Gotye’s Somebody that I used to know en ik voelde de melancholie in de lucht verdampen en op me neerdalen. Ik kon nu al voelen hoe ik in de toekomst op deze avond terug zou kijken. Ik besloot het gevoel van me af te schudden en voor later te bewaren. Ik besloot dat ik nu, in dit moment, nog harder kon dansen. 

In de dagen erna namen steeds meer mensen afscheid. De zus van W. en haar man vertrokken terwijl we in het park zaten. Ik leende haar trui omdat het onverwacht afkoelde en mocht hem aanhouden. Ze zei: die komt wel terug. Ik werd blij van dat vertrouwen. 

De dag erna verhuisde ik van het hotel naar de logeerkamer van W. De overgebleven vrienden spendeerde hun resterende uren in Wenen in musea. We dronken met z’n allen een laatste kopje koffie op het Museumplein. Vriendin M. vergezelde ons tot aan de boekwinkel. We namen luidruchtig afscheid van elkaar tussen de kasten met Engelstalige literatuur. 

En zo verstilde langzaam maar zeker de week in Wenen. W. en ik keken slechte tv, hielden een knutselmiddag en bakten pannenkoeken. We bezochten het Leopold museum en giechelden om schilderijen met rare gezichten. We veranderden zonder moeite in de meisjes die we tien jaar geleden waren. En als kers op de taart bezochten we Prater, het pretpark in het hart van de stad. 

Ik hou van achtbanen. Ik hou van de nerveuze vrolijkheid en de voorspelbare angst. Afwachten terwijl je omhoog getakeld wordt. De diepte voor je zien, en niks hoeven doen behalve je erin storten. Vooruit! Vooruit! Weten dat de sensatie in je buik komt en weer eindigt. 

W. en ik laten ons langzaam omhoog hijsen. Ik hoor de knarsende scharnieren en zie de volle maan. Voor ik het goed en wel besef tollen we door de lucht, gillend. Ik besef me ergens halverwege de rit dat het ook gewoon lekker is als de boel eens goed opgeschud wordt. Het is eng, misselijkmakend, duizelingwekkend. Maar je voelt ook de frisse wind in je gezicht. 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *